Voor wie?
Kinderen en jongeren kunnen in een gezinshuis worden geplaatst als zij door beschadigende ervaringen of complexe problemen niet bij hun ouders, in een pleeggezin, of zelfstandig kunnen wonen.
Voor plaatsing van een kind of jongere in een gezinshuis is altijd toestemming nodig van de gemeente, omdat zij de plaatsing financiert. De gemeente verleent die toestemming door middel van een zogenaamde verleningsbeschikking.
Wat is het verschil met pleegzorg?
Kinderen en jongeren in een gezinshuis hebben vaak complexere problemen dan kinderen in pleeggezinnen, zijn doorgaans ouder of hebben een langdurige hulpverleningsgeschiedenis.
Ook de rol en positie van pleegouders en gezinshuisouders is anders. Pleegouders zijn vrijwilligers die voor korte of langere tijd een kind van iemand anders opvoeden in hun eigen gezin. Zij krijgen hiervoor een pleegzorgvergoeding.
Net als bij pleegzorg worden kinderen en jongeren opgenomen in het gezin van de gezinshuisouders, maar gezinshuisouders zijn beroepsopvoeders. Zij bieden zeven dagen per week 24 uur per dag op professionele wijze opvoeding, ondersteuning en zorg. Minimaal één ouder in het gezinshuis heeft een professionele achtergrond en ontvangt een salaris of vergoeding voor het werk als gezinshuisouder.
Jeugdhulp in gezinsvormen
Naast gezinshuizen zijn er ook andere vormen van jeugdhulp in een gezin. Bij laagdrempelige vormen als steungezinnen, buurtgezinnen en meeleefgezinnen gaat een kind een aantal dagen of dagdelen naar het andere gezin om ouders tijdelijk te ondersteunen. Pleegzorg is er voor kinderen die door omstandigheden korte of langere tijd niet thuis kunnen wonen. Meer informatie over jeugdhulp in gezinsvormen vind je op de pagina Wat is jeugdhulp in gezinsvormen? en in de handreiking Ruimte voor jeugdhulp in gezinsvormen.
Bekijk ook het overzicht van varianten van jeugdhulp in gezinsvormen