Onderling afspraken maken
Om zich goed te kunnen ontwikkelen, heeft je kind jou en de gezinshuisouders nodig. Hoe beter jullie samenwerken, hoe beter het is voor je kind. Als jouw kind met jouw instemming in een gezinshuis woont, kan het zijn dat je zelf met de gezinshuisouders afspraken maakt over het contact. Dan spreek je met de gezinshuisouders af hoe vaak, hoe en waar jij je kind ziet. En wanneer je je kind bijvoorbeeld kunt bellen.
Afspraken maken via de gezinsvoogd
Het kan zijn dat een gezinsvoogd de voogdij heeft over je kind of je kind onder toezicht is gesteld. Dan bespreekt de gezinsvoogd meestal in overleg met ouders en gezinshuisouders hoe vaak ouders en kind elkaar kunnen zien. En ook waar je je kind kunt zien en of er begeleiding bij zal zijn. Ook worden er afspraken gemaakt over bellen, appen of mailen met je kind. Komen ouders, gezinshuishouders en de gezinsvoogd niet tot gezamenlijke afspraken, dan bepaalt de voogd uiteindelijk de omgangsregeling.
Contact met gezinshuisouders
Misschien vind je het fijn om de kamer van je kind in het gezinshuis te zien. Of vind je het juist moeilijk om je kind te ontmoeten in het gezinshuis. Wees hier eerlijk over, praat erover met de gezinshuisouders en voogd. Vertel wat jij fijn zou vinden en wat lastig. En aarzel niet om vragen aan ze te stellen: hoe is iets voor de gezinshuisouders? En wat zou je kind graag willen? Door open en eerlijk met de gezinshuisouders en je kind te praten, komt er ruimte voor vertrouwen. Dit helpt jullie weer om goede afspraken te maken over het zien van je kind.