Cultuurkloof tussen school en thuis

Voor sommige kinderen is de cultuur op school anders dan thuis. Bijvoorbeeld omdat er verschillende regels, waarden, normen en verwachtingen zijn. Dit kan lastig zijn voor kinderen. Want kinderen ontwikkelen zich beter als hun verschillende leefwerelden op elkaar aansluiten. Ook voor leraren kan het lastig zijn als de thuiscultuur van leerlingen anders is dan die van henzelf. Op deze pagina lees je meer over de cultuurkloof tussen school en thuis.

Wat houdt een cultuurkloof tussen thuis en school in?

Cultuur heeft te maken met waarden, normen, gedragingen, gewoonten en verwachtingen. De cultuur die leerlingen vanuit huis meekrijgen, wordt beïnvloed door veel factoren. Zoals culturele achtergrond, religie, sociaaleconomische status van het gezin en de opvoedingsstijl van ouders.

Als de cultuur thuis en op school overeenkomen, voelen leerlingen zich op school sneller op hun gemak. Kinderen vieren thuis en op school bijvoorbeeld dezelfde feestdagen. En ze herkennen de tradities die op school belangrijk zijn, zoals sinterklaas. Omdat er op school op een vergelijkbare manier wordt gedacht als thuis, kan dit voor de leerling helpen om zich thuis te voelen op school en in de klas. Deze kinderen weten zich bewust of onbewust een houding aan te nemen, omdat leerkrachten op een herkenbare manier handelen als ouders thuis.

Als de thuiscultuur sterk verschilt van die op school, kan dit juist voor verwarring en ongemak zorgen bij leerlingen. Er wordt bijvoorbeeld ander gedrag van hen verwacht thuis en op school. School en thuis lijken minder met elkaar verbonden. Voor deze kinderen is er een kloof tussen de thuiscultuur en schoolcultuur.

Hoe ziet de gemiddelde schoolcultuur in Nederland eruit?

In veel Nederlandse scholen ligt de nadruk op zelfreflectie, zelfexpressie, zelfontplooiing en zelfstandigheid. Leerlingen worden aangemoedigd om hun mening te geven, eigen keuzes te maken en kritisch te denken. Deze benadering sluit in grote lijnen aan bij de normen en waarden die vaak in middenklassengezinnen te vinden zijn, en komt terug in taalgebruik en in de pedagogische aanpak van leerkrachten. Omdat veel leraren zelf in een vergelijkbare context zijn opgegroeid, voelt de schoolcultuur voor hen vertrouwd. Voor kinderen die thuis andere manieren van opvoeden of communiceren gewend zijn, kan het meer inspanning vergen om aansluiting te vinden bij de manier van werken op school. 

Wanneer ervaren leerlingen een cultuurkloof?

Er ontstaat een kloof tussen thuiscultuur en schoolcultuur als de waarden, normen en gedragingen van de thuisomgeving niet overeenkomen met die van de school. Dit kan zich op verschillende manieren en om verschillende redenen uiten.

Ouder-kindrelaties en gehoorzaamheid

In sommige gezinnen ligt de nadruk op gehoorzaamheid en respect voor ouderlijk gezag. Terwijl school juist zelfstandigheid stimuleert en kinderen vraagt hun mening te geven. Dit kan ertoe leiden dat kinderen in de schoolomgeving minder snel hun mening durven geven, of moeite hebben met het in twijfel trekken van een opdracht. Leraren kunnen dit interpreteren als een gebrek aan assertiviteit, terwijl het voor het kind juist een teken van respect is. Aan de andere kant kunnen kinderen die thuis gewend zijn aan een onderhandelingsgerichte opvoeding, moeite hebben met autoritaire instructies op school en vaker in discussie gaan met leraren.

Pedagogische verschillen

Sommige kinderen krijgen thuis veel structuur en duidelijke regels mee. De schoolomgeving biedt meer ruimte voor eigen inbreng en zelfsturing. Dit kan ervoor zorgen dat kinderen zich onzeker voelen over wat er precies van hen verwacht wordt. Daarnaast kan de manier van belonen en straffen verschillen. Ook kan van huis uit bijvoorbeeld een strikte rolverdeling tussen jongens en meisjes worden meegegeven, terwijl de school juist samenwerking tussen alle leerlingen aanmoedigt.

Verschillende communicatievormen

Sommige kinderen zijn thuis gewend aan een impliciete manier van communiceren, terwijl de schoolcultuur om expliciete en directe communicatie vraagt. Bij impliciete communicatie worden boodschappen vaak indirect overgebracht. Daarbij wordt de betekenis afgeleid uit de context en non-verbale signalen. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat een kind leert om tussen de regels door te luisteren en aan te voelen wat iemand bedoelt zonder dat diegene het expliciet uitspreekt. 

In de schoolcultuur wordt echter vaak expliciete communicatie verwacht: leerlingen moeten duidelijk en direct antwoorden geven, argumenten onderbouwen en hun mening verwoorden. Dit kan voor sommige kinderen een uitdaging zijn, omdat ze niet gewend zijn om zo direct te spreken, of omdat ze het gevoel hebben dat dit respectloos is. Leraren kunnen dit verschil soms verkeerd interpreteren als verlegenheid, desinteresse of een gebrek aan taalvaardigheid.

Gevolgen van de kloof tussen thuiscultuur en schoolcultuur

Een cultuurkloof kan verschillende gevolgen hebben voor leerlingen.

Misinterpretaties van gedrag

Wat in de ene cultuur als respectvol of gepast gedrag wordt gezien, kan in de andere als ongepast of storend worden geïnterpreteerd. Leraren en andere leerlingen kunnen bepaald gedrag verkeerd interpreteren. Dat kan leiden tot misverstanden, onnodige straffen of uitsluiting.

Invloed op welbevinden en zelfbeeld

Sommige kinderen kunnen goed omgaan met de verschillen thuis en op school. Maar veel kinderen die weinig overeenkomsten ervaren tussen thuis en school, voelen zich niet op hun plek tussen hun klasgenoten. Voor deze kinderen is het wisselen tussen thuis en school moeilijk. Deze kinderen hebben het gevoel dat ze er niet bij horen op school en voelen minder verbinding met school.

Wanneer leerlingen merken dat hun thuiscultuur niet wordt gewaardeerd of erkend op school, kan dit leiden tot gevoelens van vervreemding, onzekerheid en een lager zelfbeeld. Onderzoek toont aan dat kinderen een lager zelfbeeld hebben als ze voelen dat hun gezin sterk verschilt van dat van hun klasgenoten, en worstelen met het gevoel dat thuis en school twee gescheiden werelden zijn. Ze zijn vaker zelfkritisch, voelen zich minder hoopvol over hun toekomst, ervaren meer boosheid en hebben minder vertrouwen in hun schoolse vaardigheden dan kinderen die geen verschil tussen thuis en school ervaren. Dit kan hun motivatie en schoolprestaties negatief beïnvloeden.

Stress en identiteitsontwikkeling

Kinderen die voortdurend moeten schakelen tussen verschillende sociale verwachtingen en gedragingen, ervaren vaak stress. Ze kunnen het gevoel hebben dat ze zich anders moeten voordoen om geaccepteerd te worden. Dit kan leiden tot identiteitsconflicten en een gevoel van vervreemding. Ze hebben verminderde gevoelens van eigenwaarde door de angst voor afwijzing en de stress die hiermee gepaard gaat.

Geen foto van de persoon aanwezig

Fatima-Zohra Charki

senior inhoudsdeskundige Opgroeien en opvoeden
f.charki [at] nji.nl