Cijfers over werkende ouders
Arbeidsdeelname van ouders
In 2024 werkt bij meer dan de helft (53,9 procent) van de paren met minderjarige kinderen de ene partner in voltijd en de partner in deeltijd. In veruit de meeste gevallen (50,6 procent) is het de man die voltijd werkt en de partner die deeltijd werkt. Bij 3,3 procent van de paren met minderjarige kinderen werkt de vrouw voltijd en de partner deeltijd. Ten opzichte van 2014 is er een kleine verschuiving zichtbaar. Toen waren er iets meer paren waarbij de mannen voltijd werkte en de partners deeltijd (53 procent). Bij 2 procent van de paren met minderjarige kinderen werkte de vrouw voltijd en de partner deeltijd.
Bij 15,8 procent van de paren met minderjarige kinderen werkt één partner voltijds, terwijl de ander niet werkt. Die paren bestaan meestal uit een man met en een vrouw zonder betaald werk.
Kleiner van omvang is het aantal paren waarbij beide ouders voltijds (14,7 procent) of beide in deeltijd werken (13 procent). Bij 2,6 procent van de paren met minderjarige kinderen hebben beide ouders geen betaald werk (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2024).
In 2024 had in 12,9 procent van de gezinnen met minderjarige kinderen alleen de vader betaald werk en de partner (vrijwel altijd een vrouw) niet. Dat zijn er in tien jaar steeds minder geworden: in 2014 ging het om 19,2 procent van de gezinnen waarbij alleen de vader werkte (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2025b).
Redenen om niet te werken
Van de moeders met een partner was 13,3 procent in 2024 niet direct beschikbaar voor werk én niet recent op zoek naar werk. 43,4 procent van hen zei in de enquête beroepsbevolking (EBB) dat de zorg voor het gezin of huishouden daarvan de reden was. Dat is in tien jaar tijd weinig veranderd. Ziekte of arbeidsongeschiktheid wordt door 39,8 procent van de niet-werkende vrouwen als reden genoemd om niet beschikbaar te zijn voor de arbeidsmarkt.
Van de vaders met een partner was 5,7 procent direct beschikbaar voor werk én niet recent op zoek naar werk. Voor 53,6 procent van hen was ziekte of arbeidsongeschiktheid de belangrijkste reden om niet te werken. Zorg voor het gezin of huishouden werd door 8,9 procent van de vaders genoemd (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2025a).
Definitie
De cijfers op deze pagina hebben betrekking op paren met kind(eren) met betaald werk. Onder voltijd werken vallen ouders die in een normale of gemiddelde werkweek 35 uur of meer werken (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2025b).
Bronnen
- Centraal Bureau voor de Statistiek (2024). Nieuwsbericht 'In steeds minder gezinnen werkt alleen de vader'
- Centraal Bureau voor de statistiek (2025a). Arbeidsdeelname; binding met arbeidsmarkt, persoonskenmerken
- Centraal Bureau voor de Statistiek (2025b). Arbeidsdeelname paren met minderjarige kinderen