Ouderschap in een migratiecontext

Bij de ondersteuning van gezinnen kijken hulpverleners steeds vaker naar manieren om ouderschap te versterken. Daarbij kijken zij naar de omstandigheden van ouders die hun functioneren als opvoeder beïnvloeden, zoals stress door armoede of psychische problematiek. Op deze pagina komen omstandigheden of kenmerken aan bod die relatief vaak voorkomen of een specifieke invloed kunnen hebben in gezinnen met een migratieachtergrond. De daadwerkelijke invloed is afhankelijk van de specifieke situatie van het gezin.

Alleenstaand ouderschap

In Nederland is bijna een vijfde van de gezinnen een eenoudergezin. Bij sommige herkomstgroepen is dit aandeel veel hoger. Het ligt bijvoorbeeld ruim twee keer zo hoog bij gezinnen met een Surinaams-Nederlandse of Caribisch-Nederlandse achtergrond (voormalig Nederlandse Antillen en Aruba). Ook onder sommige groepen statushouders komen veel eenoudergezinnen voor.

Bij Marokkaans-Nederlandse gezinnen zien we alleenstaand ouderschap iets vaker dan gemiddeld. Onderzoek laat zien dat er veel verschil is in hoe zwaar het alleenstaand ouderschap weegt onder verschillende groepen ouders met een migratieachtergrond.

Verreweg de meeste eenoudergezinnen zijn gezinnen met een alleenstaande moeder. Kinderen groeien in die gezinnen gemiddeld vaker op in armoede of met een laag inkomen. Alleenstaand ouderschap kan de ontwikkeling van kinderen negatief beïnvloeden.

(Afro-)Surinaamse en Caribische Nederlanders

Onder (vooral Afro-)Surinaamse en Caribische Nederlanders komt alleenstaand moederschap naar verhouding veel voor. Hoewel het niet als ideaal wordt gezien, is het binnen de Surinaams-Nederlandse en Caribisch-Nederlandse cultuur 'gewoner' om alleenstaande ouder te zijn. Vrouwen zijn er meer op voorbereid ('je diploma is je man') en ze krijgen minder te maken met het stigma dat er in andere culturen groeperingen soms mee verbonden is.

Binnen deze groepen zien we ook minder scheidingsproblematiek, doordat veel moeders al vanaf het begin zonder inwonende partner hun kind opvoeden. Vrouwen en kinderen kunnen vaak meer terugvallen op het bredere familienetwerk, waardoor alleenstaande ouders er feitelijk niet altijd alleen voor staan. Ook mannen, bijvoorbeeld uitwonende vaders of nieuwe partners, hebben in deze gezinnen soms een grotere rol in het leven van kinderen dan vaak wordt aangenomen en zichtbaar is in de cijfers.

Maar daarnaast zijn er gezinnen met een alleenstaande moeder die geen of weinig steun hebben van familie, sociaal netwerk of een (uitwonende) partner. Er wordt dan van de kinderen te veel gevraagd. Of kinderen worden teleurgesteld in het instabiele contact met hun vaders. Jongens missen een rolmodel. Het combineren van de 'moeder- en vaderrol' is zwaar is voor moeders.

Sommige moeders kunnen onvoldoende tegenwicht bieden tegen de negatieve invloeden van 'peers' op hun zonen en soms houden zij de vader op afstand. Het beeld is gevarieerd. Vanuit de gemeenschappen zelf is zowel de roep te horen om een genuanceerde kijk op gezinsstructuren, als om zorg over het blijvend hoge aandeel van gezinnen met alleenstaande moeders.

Andere gemeenschappen

In andere gemeenschappen, zoals de Marokkaanse en de Hindostaans-Surinaamse gemeenschap, kan het alleenstaand moederschap veel zwaarder wegen. Alleenstaande moeders kunnen te maken krijgen met afkeuring, isolement of een gebrek aan steunende netwerken.

Doordat alleenstaand ouderschap en echtscheiding soms niet geaccepteerd worden, en vrouwen zelf geen scheiding kunnen aanvragen, blijven probleemhuwelijken of verstoorde partnerrelaties soms onwenselijk lang in stand. Bij statushouders kan alleenstaand ouderschap, doordat ze zich al in een kwetsbare positie bevinden, ook zwaar wegen. 

Opvoeden en opgroeien in een achterstandswijk

Veel ouders met een migratieachtergrond voeden hun kinderen op in grote steden, relatief vaak in achterstandswijken. Het opvoeden in de stad heeft voor- en nadelen. Ouders en kinderen kunnen herkenning vinden door de aanwezigheid van andere migrantengezinnen, iets wat ze buiten de steden soms juist missen.

Jongeren voelen zich vaak thuis in de grootstedelijke cultuur en identificeren zich met hun stad. In steden zijn er voor ouders en jongeren veel formele en informele voorzieningen. Tegelijkertijd kan het opvoeden in achterstandswijken extra opgaven met zich meebrengen. Veel jongeren ervaren in deze wijken gemakkelijk een gebrek aan toekomstperspectief, waar ouders moeilijk iets positiefs tegenover kunnen stellen.

Ouders maken zich vaak zorgen om de negatieve invloeden van de achterstandswijk. Zij kunnen hier niet altijd tegenwicht aan bieden. Binnenshuis is er vaak weinig eigen ruimte voor gezinsleden. Dat is een reden waarom vooral tieners vaker de straat op gaan en de invloed van leeftijdsgenoten nog groter kan zijn. Dit bemoeilijkt ook thuis schoolwerk maken. Dat had grote invloed tijdens de coronacrisis.

Een ander nadeel is dat gezinnen in achterstandswijken soms amper gezinnen zonder migratieachtergrond ontmoeten. Dat kan een gevoel van afstand creëren, zowel bij ouders als jongeren. Op school kan dit nog versterkt zijn door de 'witte vlucht'; de laatste jaren neemt de segregatie in het onderwijs verder toe.

Armoede

Juist in achterstandswijken groeien relatief veel kinderen op in armoede of zonder werkende ouder. Ook buiten achterstandswijken hebben gezinnen met een migratieachtergrond gemiddeld een lager inkomen.

Weinig inkomen of armoede kan voor ouders extra zorgen betekenen bij het opvoeden. Het kan stress met zich meebrengen. Kinderen ondervinden er nadelen van, bijvoorbeeld doordat ze niet aan activiteiten kunnen deelnemen. Het kan een gevoel van schaamte teweegbrengen en stigmatisering veroorzaken. De stress van het opvoeden in armoede of een kansarme omgeving neemt sommige ouders zo sterk in beslag dat de opvoeding in het gedrang komt.

Lees meer over armoede.

Stigmatisering of discriminatie

Vooroordelen en stigma's over etnisch-culturele groepen en ervaringen met discriminatie kunnen bij ouders met een migratieachtergrond impact hebben op hun ouderschap of de beleving daarvan. Over de weerslag hiervan op ouders en kinderen kun je lezen in:

Religie vormt voor veel ouders met een migratieachtergrond een belangrijk referentiekader. Het is een bron van steun, maar levert soms ook extra vragen op.  Ook dit kan invloed hebben op ouderschap.

Problematiek samenhangend met een vluchtverleden

Psychosociale problematiek als gevolg van een vluchtgeschiedenis of trauma's bij ouders én kinderen kan de opvoeding verzwaren. Ook de omstandigheden na de komst in Nederland kunnen stress veroorzaken. Bijvoorbeeld door de lange onzekerheid over de verblijfsstatus, inkomen en werk, en het langdurig verblijven in opvangcentra. Dat kan de kans op huiselijk geweld en echtscheiding vergroten.

Invloed gemeenschap

Bij gezinnen met een migratieachtergrond is de invloed van de eigen gemeenschap relatief groot. Dat kan het ouderschap kleuren. Invloeden uit de gemeenschap kunnen voelbaar zijn via directe contacten in de wijk of stad, maar ook via discussies op sociale media. Of door contacten met familie en anderen vanuit het buitenland of bij familiebezoek in het herkomstland.

De invloed kan versterkend en steunend zijn, maar ook belemmerend werken. Ouders kunnen zich door de gemeenschap bijvoorbeeld geremd voelen om andere invulling te geven aan hun religie, bij veranderingen in de opvoeding of de rolverdeling tussen man en vrouw. 

Opvoedbeleving

Een belangrijk element van ouderschap is de manier waarop ouders het beleven. Uit onderzoek is bekend dat de opvoedbeleving bij ouders met een migratieachtergrond vaak zwaarder is dan gemiddeld. Lees ook Opvoeden in een migratiecontext.

Vooral bij subgroepen ouders, bijvoorbeeld lager geschoold of eerste generatie, zien we dat zij zich minder bewust zijn van de invloed die ze hebben op hun kinderen. Zij zijn vaak ook minder mondig en minder goed geïnformeerd dan ouders zonder migratieachtergrond. Daardoor erkennen en herkennen zij problemen bij kinderen soms minder goed, minder vaak of minder snel.

Vaderschap

In gezinnen met een migratieachtergrond komt het ouderschap gemiddeld meer exclusief neer op de moeders dan in gezinnen zonder migratieachtergrond, al is de variatie binnen en tussen groepen in vaderbetrokkenheid groot.

Vaders zijn zich soms minder bewust van hun invloed op kinderen dan de moeders. Of de vaders staan wat meer op afstand van de dagelijkse opvoeding. In bepaalde subgroepen, zoals gezinnen met ouders van de eerste generatie, die lager zijn opgeleid, komt de partnerrelatie onder druk te staan. Dat komt doordat de vader en de moeder in verschillende mate emanciperen of in verschillende mate hun ideeën over opvoeding of taakverdeling veranderen. Vaders worden minder dan moeders bereikt door opvoedsteun. Daar zijn extra inspanningen en soms specifieke methodes voor nodig.

De inhoud van deze pagina is tot stand gekomen in samenwerking met het Verwey-Jonker Instituut.

Bucx, F., & De Roos, S. (2015, pp. 97 - 118). Opvoeden in niet-westerse migrantengezinnen. Een terugblik en verkenning. Den Haag: SCP.

De Gruijter, M., Pels, T., Mesic, A., & Campbell, T. (2021). Opvoeden in gezinnen van statushouders. Utrecht: Kennisplatform Integratie & Samenleving.

(Verschijnt eind september 2021) Distelbrink, M., Ekkelboom, L. L., Mehraz, A., Mesic, A., & Pels, T. (2021). Opvoeddebatten met vaders met een migratieachtergrond: Een methodiekbeschrijving en -onderbouwing van de basisdebatten. Verwey-Jonker Instituut/Trias Pedagogica.

Distelbrink, M., Pels, T., & Winkelman, C. (2017). Waardenopvoeding in diversiteit. Het begint met een gesprek. Achtergrondartikel bij een teambijeenkomst. Utrecht: Kennisplatform Integratie & Samenleving.

KIS. (2017). Leefomstandigheden kinderen met een migratieachtergrond.

Verwey Jonker. Geraadpleegd van: Een vader is meer dan 100 meesters - Verwey-Jonker Instituut

Letty Darwish

Letty Darwish

adviseur en redacteur