Hieronder komen specifieke opvoedthema's aan bod die voor veel gezinnen met een migratieachtergrond spelen. Bij veel thema's spelen overigens dezelfde vragen als bij ouders zonder migratieachtergrond.
Gezinnen met een migratieachtergrond
Nederland kent een grote diversiteit aan gezinnen met een migratieachtergrond. De meeste ouders of grootouders van die gezinnen zijn hier gekomen als arbeidsmigrant, andere kwamen als vluchteling. Het gaat zowel om eerste als om tweede generatie migranten. Een derde van de gezinnen heeft een westerse achtergrond, twee derde een 'niet-westerse'.
Onderzoek over opvoeding in gezinnen met een migratieachtergrond gaat vaak over gezinnen met een 'niet-westerse' achtergrond. Binnen deze brede groep zijn er veel verschillen in opvoedstijlen, vragen en accenten, samenhangend met onder andere opleiding en generatie van de ouders.
Culturele meervoudigheid en ongelijkheid
De meervoudige culturele context waarin ouders met een migratieachtergrond hun kinderen opvoeden, stelt specifieke eisen aan hen als opvoeders. Dat zij in de samenleving tot minderheidsgroepen behoren, draagt daar ook aan bij.
Waarden en doelen die ouders meegeven in hun opvoeding zijn verbonden aan culturele achtergronden. In veel gezinnen van de eerste generatie ligt het accent op:
- collectivisme: dienstbaarheid aan familie en gemeenschap
- conformiteit: het zich voegen naar ouders en anderen met een gezagspositie
Vooral bij laag opgeleide ouders zien we dat gehoorzaamheid, respect voor ouderen en beschaafd gedrag belangrijke opvoedingsdoelen zijn.
De opvoedwaarden van in Nederland opgegroeide ouders liggen dichter bij die van de Nederlandse mainstream, zeker naarmate zij hoger zijn opgeleid. Onder ouders van de tweede generatie maakt de nadruk op respect plaats voor meer autonomie, ruimte voor een eigen mening, open gesprek en aansluiting bij individuele behoeften van kinderen. Daarnaast begeleiden deze ouders hun kinderen actiever in de Nederlandse maatschappij, bijvoorbeeld in het onderwijs.
Voor een deel van de ouders met een 'niet-westerse' migratieachtergrond, zowel van de eerste als tweede generatie, vormt religie een belangrijk richtsnoer voor de opvoeding. Dit geldt vooral voor islamitische gezinnen. Voor ouders met een 'niet-westerse' achtergrond is de omgang met culturele en religieuze verschillen een steeds bewuster aandachtspunt geworden in hun opvoeding.
Dat geldt ook voor de 'etnische socialisatie', ofwel: de strategieën om kinderen kennis, attituden en gedrag te leren over hun eigen etnische groep, andere groepen en de bredere samenleving. Uitdagingen waar opvoeders uit minderheidsgroepen in toenemende mate mee te maken hebben, zijn de polarisatie in de maatschappij, negatieve beeldvorming over migrantengroepen of religies, en ongelijkheid en negatieve bejegening.
Twijfels en vragen rondom de opvoeding
De twijfels en vragen van ouders met een migratieachtergrond zijn deels vergelijkbaar met die van veel andere ouders. Bijvoorbeeld: hoe maak je de overgang van een autoritaire naar een meer egalitaire opvoedstijl? Hoe ga je om met sociale media, gamen of de invloed van leeftijdgenoten? En hoe voed je kinderen op met weinig geld of als alleenstaande ouder?
Veel ouders met een migratieachtergrond hebben daarnaast vaak specifieke twijfels en vragen. En opvoeden in de context van culturele meervoudigheid en verharding van het maatschappelijke klimaat stelt ouders en kinderen voor extra uitdagingen. Ouders met een migratieachtergrond ervaren gemiddeld meer onzekerheid, meer vragen en problemen en minder houvast bij het opvoeden dan ouders zonder migratieachtergrond. Hieronder komt aan bod bespreken welke onzekerheden of vragen dit zijn.
Culturele en religieuze opvoedkwesties
Veel ouders zijn onzeker over het opvoeden in een omgeving waarin de dominante waarden en normen afwijken van hun eigen levensbeschouwing en culturele bagage. Dit kan soms 'schuren'. Voorbeelden van thema's die voor controverse kunnen zorgen in het gezin of met (professionele) opvoeders buiten het gezin, zijn bewegingsvrijheid van meisjes buitenshuis, gendergelijkheid, seksualiteit en seksuele geaardheid.
Veel islamitische ouders zijn onzeker over de religieuze opvoeding. Zij hebben niet altijd antwoord op 'waarom'-vragen van hun kinderen over religieuze geboden en verboden, bijvoorbeeld over voedings-, kleding- en gedragsvoorschriften. En ze moeten dilemma's oplossen rondom de viering van islamitische feestdagen, toenemende orthodoxie of radicalisering van hun kinderen. Ook de toenemende islamofobie in de samenleving stelt hen als opvoeder voor problemen.
In het contact met school of andere instituties spelen vragen als: hoe ga ik het gesprek aan over wat ik belangrijk vind, over andere opvattingen die ik heb over feesten als Sinterklaas en Kerstmis, of over wat de kinderen mogen of meekrijgen over bijvoorbeeld seksualiteit? Hoe zorg ik dat mijn mening niet wordt afgedaan als irrelevant?
Opvoeden in ongelijkheid
Migrantenouders ervaren nogal eens dat hun kinderen anders worden behandeld. Zij worden op school bijvoorbeeld eerder gestraft dan kinderen zonder migratieachtergrond, worden vaker gecontroleerd, of hun gedrag wordt ten onrechte cultureel geduid. Of kinderen worden op straat aangesproken op of gepest met hun 'anders-zijn', vanwege hun huidskleur, religie of kleding.
Voor ouders is het lastig om hun kinderen te helpen omgaan met de krenkingen die ze ervaren door zogeheten 'microaggressions': op vooroordelen gebaseerde opmerkingen die wellicht niet kwetsend of discriminerend bedoeld zijn, maar wel als zodanig ervaren worden.
Een van de grootste opgaven voor veel ouders is de vraag hoe ze hun kinderen in een gepolariseerde maatschappelijke context een stevige meervoudige identiteit kunnen meegeven. Er is in de samenleving veel discussie over migratie en migranten, over de islam en over thema's als Zwarte Piet en racisme. Hoe zorg je ervoor dat kinderen binnen deze context tegelijkertijd hun etnisch-culturele wortels kunnen koesteren én kunnen aarden in Nederland? Ouders worstelen met de vraag hoe ze hun kinderen kunnen leren omgaan met negatieve bejegening en discriminatie, zonder zich af te sluiten voor de Nederlandse samenleving en hun perspectief op een goede toekomst in Nederland te verliezen.
Sommige ouders met een migratieachtergrond staan wantrouwend in de samenleving en geven hun kinderen al dan niet bewust een wij-zij-onderscheid mee. Daarbij kan zowel angst voor culturele vervreemding, als angst voor uitsluiting meespelen. Onderzoek laat zien dat ouders hiermee voeding kunnen geven aan processen van marginalisering of radicalisering. Zij zijn zich echter niet altijd bewust van hun invloed.
Vaak lukt het ouders door onzekerheid niet om met hun kinderen in gesprek te gaan, bijvoorbeeld doordat ze niet weten hoe ze moeten aansluiten bij hun leefwereld of door taboes die samenhangen met de culturele achtergrond. Aandacht voor en openheid over wat kinderen beweegt kan echter een belangrijke buffer zijn tegen ontsporing.
Opvoedsteun in de migratiecontext
Ouders met een migratieachtergrond, ook die van de tweede generatie, zoeken bij hun vragen over opvoeding vooral steun in hun eigen omgeving. Bij familie, hun partner, online en soms ook bij voorzieningen binnen de eigen gemeenschap of wijk. Hoewel ze daar soms wel behoefte aan hebben, gaan zij niet zo snel bij professionals te rade.
Opvoedvragen waar zij mee worstelen hebben bijvoorbeeld te maken met het gebrek aan erkenning of herkenning door school van wat zij belangrijk vinden, bijvoorbeeld bij viering van feesten of bij pestgedrag of discriminatie. Sommige ouders, vooral moeders, ervaren de school wel als een bron van steun.
Bij problemen in de opvoeding of ontwikkeling waar een duidelijk hulpaanbod voor bestaat, zoals medische problemen, ADHD of leerproblemen, raadplegen sommige moeders wel jeugdprofessionals. Voor de eerder geschetste specifieke vragen en problemen kloppen zij niet zo snel bij hen aan. Dit heeft te maken met negatieve verwachtingen over en ervaringen met de bejegening door professionals, bijvoorbeeld vanuit vooroordelen of onbegrip over hun opvoeding.
Ouders geven aan in de hulpverleningsrelatie veel waarde te hechten aan een warme vertrouwensband en aan interesse in hun leefwereld. Hulpverleners zouden aandacht moeten hebben voor sensitiviteit, inleving en aandacht voor de inbreng van de ouders, voor echt luisteren, en voor het serieus nemen van diversiteit. De ondersteuning moet echt toegespitst zijn op hun behoeften. Maar het aanbod aan opvoedondersteuning en de training van beroepskrachten is daar niet altijd goed op afgestemd.
De inhoud van deze pagina is tot stand gekomen in samenwerking met het Verwey-Jonker Instituut.
Bronnen
Bucx, F., & De Roos, S. (2015). Opvoeden in n iet-westerse migrantengezinnen. Een terugblik en verkenning. Den Haag: SCP.
De Gruijter, M., Pels, T., Mesic, A., & Campbell, T. (2021). Opvoeden in gezinnen van statushouders. Utrecht: Kennisplatform Integratie & Samenleving. www.kis.nl/sites/default/files/opvoeden_in_gezinnen_van_statushouders.pdf
Distelbrink, M., Pels, T., & Winkelman, C. (2017). Waardenopvoeding in diversiteit. Het begint met een gesprek. Achtergrondartikel bij een teambijeenkomst. Utrecht: Kennisplatform Integratie & Samenleving.
Distelbrink, M., Day, M., Badou, M., Cové, A., Achahchah, J., & Pels, T. (2020). Moeders van de tweede generatie. Hun waarden en behoeften aan steun. Utrecht: Kennisplatform Integratie & Samenleving.
Pels, T. (2014). Voorkomen van radicalisering: óók een pedagogische opdracht! Advies aan Directie Integratie/SZW. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.
Pels, T., & De Gruijter, M. (2005). Vluchtelingengezinnen: opvoeding en integratie. Opvoeding en ondersteuning in gezinnen uit Iran, Irak, Somalië en Afghanistan in Nederland. Assen: Van Gorcum.
Pels, T., Distelbrink, M., & Postma, L. (2009). Opvoeding in de migratiecontext. Review van recent onderzoek naar de opvoeding in gezinnen van nieuwe Nederlanders. In opdracht van NWO. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.
Van den Broek, Kleijnen, E., & Keuzenkamp, S. (eds.) (2010). Naar Hollands Gebruik? Verschillen in gebruik van hulp bij opvoeding, onderwijs en gezondheid tussen autochtonen en migranten. Den Haag: SCP.
Distelbrink, M., Ekkelboom, L. L., Mehraz, A., Mesic, A., & Pels, T. (2021). Opvoeddebatten met vaders met een migratieachtergrond: Methodiekbeschrijving en -onderbouwing van de verdiepingsdebatten 'Op het Rechte Pad': 'Stimuleren & Bespreken' en 'Ontsporing & Vervreemding'. Verwey-Jonker Instituut/Trias Pedagogica.
