Rol van gemeenten bij de aanpak van armoede

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de aanpak van armoede onder hun inwoners. Als beleidsmaker werk je eraan om armoede onder kinderen en gezinnen te verminderen. Het is belangrijk dat je de urgentie voelt en weet hoe je deze problematiek het beste met partners kunt aanpakken. Maar wat is precies de rol van de gemeente? 

Gemeentelijke verantwoordelijkheid

Als gemeente speel je een belangrijke rol in het bestrijden van armoede. Die rol is vastgelegd in wetgeving en verdragen.

Wettelijke taak

Als gemeente ben je verantwoordelijk voor het armoedebeleid, schuldhulp en ondersteuning via de Participatiewet en de Jeugdwet. Dit betekent dat je inwoners helpt bij armoede en schulden en dat je zorgt voor hulp bij werk en inkomen, zoals bijstand en begeleiding naar werk. Daarnaast geef je ouders en kinderen ondersteuning bij opvoeden en opgroeien. 

Internationale verdragen

Ook internationale verdragen verplichten gemeenten om armoede aan te pakken. Zo staat in de mensenrechten- en kinderrechtenverdragen dat ieder kind recht heeft op een menswaardig leven. Armoede staat dit recht in de weg en raakt ook andere grondrechten, zoals het recht op gezondheid, onderwijs en huisvesting. Dat zie je terug op deze poster
 
Bij het maken en uitvoeren van beleid moet je vooral letten op wat het beste is voor de ontwikkeling van kinderen. Het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) van de Verenigde Naties is hiervoor de basis. De kinderrechtentoets kan hierin helpen. 

Kinderen kunnen negatieve gevolgen ondervinden van het opgroeien in armoede. Armoede kan bijvoorbeeld effect hebben op: 

Samenwerking binnen en buiten de gemeente 

Armoede raakt bijna alle leefgebieden: inkomen, gezondheid, onderwijs, opvoeding en wonen. Daarom vraagt de aanpak van armoede om samenwerking binnen de gemeente én met partners daarbuiten.  

Samenwerking binnen de gemeente

In de gemeente zijn de verschillende leefdomeinen vaak verdeeld over meerdere afdelingen. De valkuil is dat verschillende afdelingen aparte plannen opstellen met eigen budgetten. Hierdoor ontstaan losse initiatieven die zich op afzonderlijke leefdomeinen richten en niet goed op elkaar aansluiten. Het risico is dat gezinnen soms niet of niet goed genoeg geholpen worden. Voor een goed beleid is het nodig dat deze afdelingen met elkaar samenwerken. 

Zo werk je als gemeente samen aan armoedebeleid

Samenwerking met partners

Als gemeente heb je de regie in de aanpak van armoede. Het is daarbij belangrijk om ervaringskennis van ouders en jongeren die in armoede leven actief te betrekken: zij weten het beste wat werkt en wat niet werkt. 

Samenwerken met externe partners is ook belangrijk, zoals scholen, woningcorporaties, jeugdgezondheidszorg en welzijnsorganisaties. Zij signaleren problemen vaak als eerste en kunnen zo gezinnen sneller in beeld brengen. Verder staan informele netwerken, zoals buurtinitiatieven en gebedshuizen, dicht bij gezinnen. Hierdoor vertrouwen inwoners hen eerder en vragen zij sneller om hulp, waardoor ze problemen vaak al in een vroeg stadium signaleren. 

Zo werk je als gemeente samen aan armoedebeleid

Gezamenlijke urgentie

Voor een effectief armoedebeleid is het belangrijk dat alle betrokkenen de urgentie voelen en erkennen. Armoede heeft aantoonbare negatieve gevolgen, zowel voor mensen in armoede als voor de samenleving als geheel. Ervaringsverhalen laten de ernst en impact van armoede zien.  

Het is belangrijk om samen te werken aan oplossingen die gezinnen uit de armoede helpen. Het is beter om structurele steun te bieden dan voor  elke afzonderlijke uitgave een apart potje of tijdelijke regeling te bedenken, bijvoorbeeld voor schoolkosten. Richt je niet alleen op het oplossen van de gevolgen van armoede, maar vooral op de onderliggende oorzaken waardoor mensen te weinig geld hebben. Als iedereen het belangrijk vindt om deze gezinnen echt te helpen, dan kunnen jullie gericht aan de slag. 

Rol van gemeente in gezamenlijke aanpak 

Alle partners hebben een rol in de aanpak van armoede. Als gemeente heb je hierin de regie: je geeft richting aan beleidsontwikkeling en ziet toe op een goede uitvoering van het beleid. Dat vraagt om structurele borging in beleid, uitvoering en overleg. Spreek samen af wie de regie heeft en werk in een bestaand netwerk met alle betrokken partijen. 

Hannes van de Ven

Hannes van de Ven

inhoudsdeskundige Kwaliteit, beleid en monitoring
h.vandeven [at] nji.nl